De regels rond economische arbeidsmigratie in Vlaanderen worden zowel versoepeld als verstrengd. Dit artikel geeft een overzicht van de veranderingen en legt uit wat deze betekenen voor werkgevers en werknemers die te maken krijgen met grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit.
Op 1 mei 2024 werden in Vlaanderen de regels voor arbeidskaarten en single permits gewijzigd. Niet-EER onderdanen hebben een single permit of arbeidskaart B nodig om in Vlaanderen te werken. De arbeidskaart B is voor tewerkstellingen korter dan 90 dagen, de single permit voor langere periodes.
De wijzigingen hebben twee doelen:
Een belangrijke versoepeling is dat een houder van een blauwe kaart na 12 maanden van werkgever kan veranderen zonder nieuwe toelating. De jaarloongrens voor hooggeschoolden stijgt van 55.958 EUR naar 60.622 EUR.
Sinds 1 januari 2019 mogen Vlaamse werkgevers hoog- en middengeschoolde werknemers aannemen zonder de lokale arbeidsmarkt te raadplegen.
Bij de aanvraag van toelatingen tot arbeid voor categorieën 1 en 2 – de vacatures voor hooggeschoolde en middengeschoolde profielen – moet de werkgever bijkomende bewijzen kunnen voorleggen:
Buitenlanders moeten minstens 80% werken, behalve seizoenarbeiders.
Deze wijzigingen moeten zowel de economische groei bevorderen als zorgen voor een eerlijk en gecontroleerd systeem voor arbeidsmigratie.
Heb je vragen over de economische arbeidsmigratie in Vlaanderen? Dan kan je steeds onze legal-experten contacteren.
Dit artikel werd geschreven door Leonie Denooze, gespecialiseerd in arbeids-en sociaal zekerheidsrecht.