Vanaf 1 januari 2025 wordt het jaarlijkse contingent studentenuren opnieuw verlaagd naar 475 uur. Werkgevers genieten binnen deze grens van verlaagde sociale bijdragen, maar overschrijdingen kunnen financiële gevolgen hebben. Tijdig plannen en correcte Dimona-aangiftes zijn cruciaal.
In 2023 en 2024 kregen studenten een urenpakket van 600 uren, waarvoor zij tegen verminderde sociale bijdragen konden werken. Dit was een tijdelijke maatregel die liep tot eind 2024. Vanaf 1 januari 2025 is dit urenpakket teruggebracht naar 475 uren. Binnen dit urenpakket van 475 uren betaalt de student zelf een solidariteitsbijdrage van 2,71% op zijn of haar loon, in plaats van 13,07%. De werkgever betaalt bovenop het brutoloon een solidariteitsbijdrage van 5,43%.
Om van deze solidariteitsbijdrage te kunnen profiteren, moeten de volgende voorwaarden worden vervuld:
Reserveer nu zoveel mogelijk studenturen voor dit jaar. Dit zorgt ervoor dat de Dimona-aangiftes tijdig worden ingediend en jij als werkgever kunt profiteren van het voordeeltarief. Laattijdige Dimona-aangiftes leiden tot weigering van het voordeeltarief. Het contingent van 475 uren kan over meerdere werkgevers worden verdeeld. Hoe sneller je deze uren reserveert, hoe groter de kans dat het voordeeltarief voor alle gewerkte uren wordt toegepast.
De aangifte wordt per kwartaal ingediend, aangezien Dimona-aangiftes voor studenten beperkt zijn tot één kwartaal. Als je uren voor een heel jaar reserveert, moet je minstens vier verschillende aangiftes doen. Zodra de 475 uren zijn bereikt, ontvang je als werkgever een foutmelding.
Alleen de daadwerkelijk gepresteerde uren worden in Dimona geregistreerd en afgetrokken van het urencontingent. Betaalde uren zoals feestdagen of ziektedagen worden uitgesloten. Elk begonnen uur wordt in Dimona als één volledig uur gerekend.
Het is aan te raden om altijd een attest op te vragen bij de student om te weten hoeveel uren hij of zij nog beschikbaar heeft. De student kan dit zelf online raadplegen via student@work.be. Dit voorkomt dat de grens van 475 uren wordt overschreden. Bij overschrijding van de 475 uren zijn vanaf het 476ste uur de normale sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd.
Als de student meer of minder uren heeft gewerkt, zijn er twee mogelijkheden:
Wanneer de student zijn of haar 475 uren overschrijdt, zijn de reguliere sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd en werkt de student onder een regulier contract. Studenten jonger dan 18 jaar hebben altijd recht op het groeipakket, terwijl studenten ouder dan 18 jaar het recht op het groeipakket verliezen voor de maand waarin zij meer dan 80 uur werken. Daarnaast bedraagt het maximumbedrag aan nettobestaansmiddelen voor 2025 4.100 euro; als de student dit bedrag overschrijdt, is hij of zij niet langer fiscaal ten laste van de ouders, die dan extra belastingen zullen moeten betalen.
Heb je vragen omtrent studentenarbeid en de uren die mogen gepresteerd worden? Onze collega’s van HR staan je graag te woord. Neem gerust contact op.
Dit artikel werd geschreven door Louise Voeten en Ariadne Vanhaverbeke, HR payroll officers.